Vragen ivm leerlingen van de middelbare school – secundair onderwijs

De middelbare school is de weg naar volwassenheid en vormt de mens voor een groot deel (humaniora = meer mens worden). Daarnaast is de middelbare school ook een voorbereiding op een eventuele studie aan de hogeschool of de universiteit of een latere beroep. Deze tijd gaat gepaard met grote veranderingen, wat soms tot onprettige situaties op school kan leiden. Soms loopt niet alles zoals je het zou wensen en soms stuit je op manifest onrecht.

Wij helpen je voorbij enkele van die moeilijke kliffen.

Zolang het kind nog minderjarig is treden de ouders op voor het kind. In het secundair onderwijs kan het al weleens voorkomen dat een leerling al meerderjarig is. In dat geval treedt hij zelf in eigen naam op.

Wilt u een antwoord op een van de hierna vermelde vragen? Klik dan simpelweg op de vraag zelf.

Geen discriminatie of willekeur : schoolkeuze is geen loterij

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Kan de school mij weigeren om in te schrijven?

Pas als je een getuigschrift basisonderwijs hebt, kan je overgaan naar het secundair onderwijs.

In een aantal gevallen weigert het schoolbestuur de inschrijving van een leerling.

Hiertegen kan u in beroep gaan.

De weigering moet officieel gemaakt met een document binnen de 4 dagen volgend op de weigering. Soms krijg je echter geen duidelijke weigering, maar wordt je met een vaag antwoord wandelen gestuurd. Dit mag je niet accepteren.

In België is er vrije schoolkeuze. Als men voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, mag men in principe kiezen in welke school men zich inschrijft.

Vaak treden er veel problemen op met online inschrijfsystemen (bv. meldjeaan) en de wachtlijsten die daardoor ontstaan. Soms kan je je hierdoor helemaal nergens inschrijven!

Na de aanmeldingsperiode krijgt u dan een brief of e-mail.

Is er voorlopig geen plaats voor uw kind, dan krijgt u een melding van niet-gunstige rangschikking, en neemt u best met ons contact op.

Tegen deze beslissing (of een andere weigering tot inschrijving) kan je in beroep gaan.

Wij staan u bij in alle fases van deze procedure (Commissie voor Leerlingenrechten).

Wat kan ik doen tegen mijn B-attest?

Wanneer je als leerling een B-attest krijgt, mag je wel overgaan naar een volgend jaar, maar kan dit niet voor één of meer richtingen. Daarvoor ben je dan geclausuleerd. Tegen dergelijke clausulering of zelfs het B-attest in zijn geheel kan je in beroep gaan.

Om dit attest aan te vechten moeten een aantal stappen nauwkeurig doorlopen worden.

Vooreerst dient er een overleg plaats te vinden met de directie. Van belang hierbij is zich reeds in deze fase goed te laten bijstaan. Een vergetelheid kan je heel duur komen te staan. Na het overleg kan worden beslist dat de klassenraad terug dient samen te komen.

Tegen deze nieuwe beslissing of de beslissing om de klassenraad niet opnieuw te laten samenkomen, kan je beroep instellen bij de Interne Beroepscommissie. Hierbij dien je verschillende formaliteiten te respecteren. Let op ! De TERMIJNEN zijn zeer kort.

De Interne Beroepscommissie zal beslissen of je eventueel bijkomende testen moet afleggen, het B-attest bevestigen, het B-attest veranderen naar een A-attest, of de clausulering aanpassen.

Wanneer je, na de uitspraak van de interne beroepscommissie, nog steeds niet tevreden bent over het resultaat, kan je een procedure instellen bij de Raad van State teneinde een vernietigings- of schorsingsarrest te bekomen. Ook hier dient u zeer snel op te treden.

Wij beschikken over een jarenlange expertise in het betwisten en aanvechten van examens, diploma’s en attesten, waarbij wij een zeer hoog succespercentage behalen. Laat je dus goed bijstaan om een goed resultaat te bekomen.

Bekijk eventueel jouw slaagkansen via www.studiebetwisting.be of neem onmiddellijk contact met ons op 03/287.37.87.

Hieronder geven wij u nog interessante rechtspraak mee :

Problemen met rapport of resultaten?

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Gebuisd? Blijven zitten?

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Wat kan ik doen tegen mijn C-attest?

Wanneer je als leerling in het secundair onderwijs een C-attest krijgt, mag je niet overgaan naar een volgend jaar. Een C-attest kan men echter niet zomaar toekennen. Een paar tekorten volstaan niet.

Om dit attest aan te vechten moet je wel een aantal stappen nauwkeurig doorlopen.

Vooreerst dient er een overleg plaats te vinden met de directie. Van belang hierbij is zich reeds in deze fase goed te laten bijstaan. Een vergetelheid kan je heel duur komen te staan.

Na het overleg kan worden beslist dat de klassenraad terug moet samenkomen.

Tegen deze nieuwe beslissing van de klassenraad of de beslissing om de klassenraad niet opnieuw te laten samenkomen, kan je beroep instellen bij de Interne Beroepscommissie.

Hierbij dient je verschillende formaliteiten te respecteren. Let op ! De TERMIJNEN zijn zeer kort. Bovendien zijn de argumenten die je gebruikt bijzonder belangrijk voor eventuele latere stappen. Informeer je dus grondig.

De Interne Beroepscommissie zal beslissen of je bijkomende testen moet afleggen, het C-attest bevestigen, eventueel een B-attest toekennen en kan zelfs een A-attest afleveren.

Wanneer je, na uitspraak van de Interne Beroepscommissie, nog steeds niet tevreden bent over het resultaat, kan je een procedure instellen bij de Raad van State teneinde een vernietigings- of schorsingsarrest te bekomen. De procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid is hierbij het meest aangewezen.

Ook hier dien je zeer snel op te treden. Te lang wachten, doet je al je kansen verliezen.

Als u het dus niet eens bent met een examen, rapport of resultaat,  moet u dit snel en efficiënt aanpakken.

Wij beschikken over een jarenlange expertise in het betwisten en aanvechten van examens, diploma’s en attesten, waarbij wij een zeer hoog succespercentage behalen.

Laat je dus goed bijstaan om een goed resultaat te bekomen.

Bekijk eventueel uw slaagkansen via www.studiebetwisting.be of beter nog : neem onmiddellijk contact met ons op 03/287.37.87.

Wat kan ik doen tegen een (preventieve) schorsing?

Het schorsen van een leerling wordt gezien als het opleggen van een ordemaatregel.

Een ordemaatregel wordt gegeven wanneer men de orde bewaren en de rust wil laten terugkeren in de school. Een ordemaatregel weegt niet zo zwaar door als een tuchtmaatregel.

In het voltijds secundair onderwijs mag je niet meer dan 10 opeenvolgende schooldagen geschorst zijn. In het deeltijds secundair onderwijs bedraagt de schorsing dan weer maximaal 14 opeenvolgende schooldagen.

Soms wordt een schorsing ook onterecht toegepast : contacteer ons dan onmiddellijk 032873787.

Onterecht geschorst?

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Ken je rechten in een tuchtprocedure

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Wat kan ik doen tegen een tijdelijke uitsluiting?

Leerlingen kunnen een tuchtsanctie opgelegd krijgen in de vorm van een tijdelijke uitsluiting. Met andere woorden: het recht om naar school te mogen gaan wordt, voor die bepaalde school, tijdelijk stopgezet. Dit is niet hetzelfde als een schorsing.

De tijdelijke uitsluiting mag in het voltijds secundair onderwijs maximaal 15 opeenvolgende lesdagen bevatten, maar het deeltijds mag er maximaal 21 lesdagen bevatten.

Wat kan ik doen tegen een definitieve uitsluiting?

Leerlingen kunnen een tuchtsanctie opgelegd krijgen in de vorm van een definitieve uitsluiting. Met andere woorden: het recht om naar school te mogen gaan wordt, voor die bepaalde school, definitief stopgezet. Voorafgaand aan de uitsluiting dient de meerderjarige leerling of zijn ouders te worden gehoord door de directie. Het is aangewezen en ook toegestaan dat wij je bijstaan bij dit verhoor.

Tegen de definitieve uitsluiting kan je in beroep gaan.

Dit beroep moet ingesteld worden bij het schoolbestuur door de ouders (van een minderjarige leerling) of door de meerderjarige leerling zelf.

Opgelet ! Dit beroep dient aan een aantal regels te beantwoorden: als je hiertegen fouten maakt, zal men je beroep niet behandelen. Laat je dus goed adviseren en bijstaan!

De school van haar kant moet bij een tuchtprocedure ook strikt de regels volgen. Zo moet de school eerst andere pistes hebben overwogen, vooraleer ze een tuchtstraf geeft. Ze is ook verplicht om vooraf het advies van de klassenraad in te winnen.

De definitieve uitsluiting is slechts van toepassing voor het schooljaar en de desbetreffende school waarin de uitsluiting is opgelegd. Het volgende schooljaar kan de leerling, in principe, zich opnieuw inschrijven in de school, tenzij de school de inschrijving weigert.

Er is een ontzettende toename van het aantal uitsluitingen en dus ook van het aantal betwisten daarrond.

Wij treden vaak met succes op in deze dossiers. Niet enkel omdat wij de regelgeving goed kennen, maar ook omdat wij actief meezoeken met ouders (en eventueel school) naar alternatieve oplossingen. Een tuchtprobleem is vaak veel complexer dan op het eerste zicht lijkt en kent vaak ook een psychologische aspect. Wij bekijken altijd het breder plaatje en helpen ouders en leerling bij het vinden van een oplossing op maat.

Als het schoolbestuur weigert om de definitieve uitsluiting ongedaan te maken kan men – naargelang het geval – een procedure bij de Raad van State of de kortgeding rechter inspannen.

Een onterechte tuchtsanctie?

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Iedereen heeft recht op onderwijs

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Is het M-decreet van toepassing voor mij?

Vlaanderen was koploper in het aantal leerlingen dat school loopt in het buitengewoon onderwijs, daarom heeft het parlement het M-decreet gestemd.

Dit decreet bepaalt dat maatregelen voor leerlingen, met specifieke onderwijsbehoeften aangeboden moeten worden.

Het principe is dat elke leerling start in het gewoon onderwijs, waar je, indien nodig, redelijke aanpassingen vragen om toch regulier onderwijs te kunnen blijven volgen. De redelijke aanpassingen worden vooraf besproken met zowel de ouders als het CLB.

De desbetreffende aanpassingen kunnen enerzijds bestaan uit langere toetstijden, mondelinge feedback i.p.v. cijfers of een rustmoment in de dag, en anderzijds uit technische hulpmiddelen zoals een aangepaste stoel of een laptop met leessoftware. In het algemeen spreekt men over de sticordi-aanpassingen. Sticordi staat als letterwoord voor stimuleren, compenseren, remediëren, differentiëren en dispenseren. Als de gemaakte aanpassingen niet voldoende zijn, kan het kind naar het buitengewoon onderwijs.

Voorbeeld: Sofie heeft wat leerproblemen. Zo heeft ze het bijvoorbeeld bijzonder moeilijk met talen. Haar cijfers zijn dan ook onvoldoende. Daarom geeft de juf haar, voorafgaand aan een toets, een toetswijzer mee als hulpmiddel. Op die manier kan Sofie zich beter voorbereiden voor een toets en, ondanks haar leerproblemen, toch gewoon deelnemen aan het gewoon onderwijs.

Een kind kan slechts ingeschreven worden in het buitengewoon onderwijs door middel van een verslag van het CLB waarin zij vaststelt dat ondanks de school in het gewoon onderwijs alle mogelijke maatregelen heeft genomen het kind toch naar het buitengewoon onderwijs moet.

Het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (hierna verkort: M-decreet) stelt dat elk kind het recht heeft om zich in te schrijven in een gewone school (ook als men over een verslag beschikt dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs). Dat is een logisch gevolg van het recht op redelijke aanpassingen.

Ook een leerling die een individueel aangepast curriculum (IAC) volgt (en dus niet het gewone traject), heeft het recht om zich in te schrijven in een gewone school.

De gewone school moet voortaan aantonen dat ze samen met de ouders en het centrum voor leerlingenbegeleiding, CLB, redelijke aanpassingen zoekt. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften hebben daar recht op. De school kan ook onderdelen van het leerprogramma vervangen door iets gelijkwaardigs. Of remediëren, m.a.w. : extra individuele leerhulp bieden.

De inschrijving van de leerling kan pas ontbonden worden na een gesprek tussen school, CLB en ouders over de (on)redelijkheid van aanpassingen. De school moet dergelijke beslissing motiveren.

Het decreet verwijst naar gepaste en redelijke aanpassingen, waaronder het inzetten van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen naargelang de noden van de leerling :

  • Remediërende maatregelen: leerlingen individueel helpen
  • Differentiërende maatregelen: leerstof en lesaanpak variëren
  • Compenserende maatregelen: hulpmiddelen zoals een laptop toelaten
  • Dispenserende maatregelen: vrijstellingen van onderdelen van het curriculum toelaten

Het is belangrijk om prioritair en voldoende in te zetten op remediëren en differentiëren en voorzichtig te zijn met te snel te grijpen naar compenseren en dispenseren.

Compenseren en dispenseren kunnen als maatregel op maat van het individu verantwoord worden, indien deze uiteindelijk gericht zijn op het versterken van het leerproces en wanneer ze de inzet en doelmatigheid van remediëren en differentiëren niet ondermijnen.

Enkel wanneer remediëring en differentiatie niet volstaan of niet relevant zijn, wordt in eerste instantie nagegaan of het voor de leerling mogelijk is een alternatieve route naar een gewone certificering te volgen met toepassing van compenserende maatregelen.

Deze leerlingen mogen de compenserende maatregelen (hulpmiddelen) ook gebruiken tijdens de evaluatiemomenten.

Wanneer dispenserende maatregelen genomen moeten worden, is het vervangen van doelen van het gemeenschappelijk curriculum door gelijkwaardige doelen eerst aan de orde.

Het vrijstellen van leerplandoelen is een verregaande maatregel waarmee niet lichtzinnig mag worden omgesprongen.

Vlaanderen heeft zich via het M-decreet geëngageerd om een inclusief onderwijssysteem te realiseren.

Het recht van leerlingen met een handicap op redelijke aanpassingen en een nieuwe visie op handicap vormen twee belangrijke uitgangspunten van het M-decreet. Handicap wordt niet als een persoonlijk probleem (= medisch defect-denken) gezien, maar als een afstemmingsprobleem tussen de klas- en schoolcontext en de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de jongere (= sociaal model).

Men kan dus eenvoudigweg leerlingen niet zomaar zijn redelijke aanpassingen ontzeggen.

Tegen problemen met het verslag van het CLB of de weigering van de school om uw kind in te schrijven alsook de weigering om redelijke aanpassingen te nemen, kan worden opgetreden.

U doet hiervoor best beroep op een raadsman en wacht niet te lang gelet op bepaalde termijnen die lopen.

Ik heb een leerstoornis. Welke gevolgen heeft dit voor mij?

Een leerstoornis wordt gezien als bepaalde problemen bij het leren, zoals bijvoorbeeld: dyslexie, discalculatie, etc.

Ook al kan je voor een leerstoornis een redelijke aanpassing bekomen, zoals voorzien in het M-decreet.

Daarnaast zijn er nog enkele mogelijkheden die u kunnen helpen wanneer een leerstoornis zich voordoet, zoals bijvoorbeeld het nemen van bijles, logopedische lessen, etc.

Anderzijds kan u ook terecht bij het Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Zij staan in contact met pedagogen, dokters, psychiaters en dergelijke om u op de gepaste wijzen te helpen.

Als de school niet adequaat optreedt bij leerstoornissen kan hier tegen opgetreden worden.

Elk kind verdient een eigen aanpak

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Tucht is niet het antwoord op elk probleem

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Ik heb een gedragsstoornis. Welke gevolgen heeft dit voor mij?

Een gedragsstoornis komt voor in de vorm van ADHD, ADD, ASS, ..

Voor een kind met gedragsproblemen voorziet het M-decreet de toepassing van redelijke aanpassingen waardoor een kind met een gedragsstoornis toch les kan blijven volgen in het gewoon onderwijs.

Pas wanneer een dergelijke gedragsstoornis daadwerkelijk is vastgesteld, kan de school redelijke aanpassingen toestaan.

Wanneer deze redelijke aanpassingen niet voldoende zijn voor de leerling om les te kunnen blijven volgen in het gewoon onderwijs, kan de leerling, via een verslag van het CLB, zich inschrijving in het buitengewoon onderwijs.

Zie ook M-decreet.

Ik word gepest. Wat kan ik hiertegen doen?

Wanneer je gepest wordt, is het noodzakelijk dat je de school en/of het CLB hiervan op de hoogte stelt. Wanneer u als ouder het pesten van uw kind wil aangeven, doe dit dan pas wanneer u dit besproken hebt met uw kind.

Als de school of het CLB geen actie onderneemt, kan u een klacht indienen bij de politie wegens pesterijen. Wanneer het gaat om een volwassen pester kan je een klacht indienen tegen deze persoon wegens belaging.

Naast het CLB kan je ook nog bij een interne leerlingenbegeleiding, die aanwezig moet zijn in elke school, terecht in geval van pesterijen.

De school heeft ook plichten. De school heeft enerzijds de verantwoordelijkheid om gepeste kinderen op te vangen en te begeleiden en anderzijds om de pestende kinderen te straffen en op het goede spoor te krijgen.

De school kan verschillende maatregelen nemen wanneer een zij kennis neemt van pesterijen.

Eerst en vooral kan de school een herstelgericht groepsoverleg opstarten (HERGO). Dit bestaat erin, op een herstelgerichte manier een gesprek tussen de dader en het slachtoffer tot stand te brengen en te voeren. Hierbij kunnen, indien noodzakelijk, enkele betrokken personen zoals ouders, leerkrachten, vrienden, etc. deelnemen. Daarnaast kan de school ervoor opteren om de leerlingen tijdelijk buiten de school te begeleiden wanneer de situatie dusdanig uit de hand loopt en de school niet onmiddellijk een oplossing heeft. Dit wordt een schoolexterne time out genoemd.

Ten slotte kan de school een orde- of een tuchtmaatregel opleggen. Een ordemaatregel bestaat erin om de pestende leerling voor een bepaalde tijd te schorsen. Hierbij wordt de leerling nog wel opgevangen in de school, maar niet meer in de klas. Dit is geen administratieve sanctie dus men kan tegen een ordemaatregel dan ook niet in beroep gaan. Een tuchtmaatregel bestaat erin om de leerling tijdelijk of definitief van school te sturen. Een school heeft de school de verantwoordelijkheid om na het voordoen pestgedrag, de gepeste leerling verder te begeleiden naar de toekomst toe. Dit doet een school door het hanteren van een opvolgings- en nazorgtraject. Dit bestaat erin om enerzijds na te gaan of de pesterijen daadwerkelijk zijn gestopt en anderzijds zowel de pester als het gepeste kind te begeleiden naar de toekomst toe.

Als u merkt dat de school het pestgedrag negeert, kan u klacht neerleggen tegen de school. Wij hebben ervaring op de diverse niveau’s (strafklachten, klachtencommissie, etc..).

Pesten is niet onschuldig

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Ken je rechten als je het moeilijk hebt

Laat u bijstaan door een gespecialiseerd raadsman

Wat is ON?

Een kind met leer- of gedragsproblemen heeft, heeft het recht op begeleiding via het Ondersteunings-Netwerk (ON). Dit wil zeggen dat de leerling die in het gewone onderwijs les volgt, extra ondersteuning krijgt. De begeleiding kan verschillende vormen aannemen:

  • Teamondersteuning voor leerkrachten
  • Een aantal uren hulp voor het kind zelf
  • Aanmaak van specifiek lesmateriaal
  • Ondersteuning aan de ouders

De ouders, de leerling, een school voor gewoon onderwijs en het CLB bespreken de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling. In overleg maken ze afspraken over de nodige begeleiding en hoe die zal verlopen.

Als dit niet van een leien dakje loopt, of je krijgt niet de ondersteuning waar je recht op hebt, kan je bij ons terecht.