Sinds 2011 kregen 142 vastbenoemde personeelsleden in het Vlaams onderwijs een gedwongen ontslag of afzetting. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams onderwijsminister Hilde Crevits (CD&V) op een schriftelijke vraag van Koen Daniëls (N-VA). Pas sinds 1 januari 2011 moeten scholen registreren of een ontslag vrijwillig of gedwongen is.

In het schooljaar 2011-2012 waren er 13 ontslagen. Dat aantal steeg tot 25 in het schooljaar 2012-2013 en tot 26 in 2013-2014. In 2014-2015 werden er 23 ontslagen geregistreerd. Voor het schooljaar 2015-2016 was er terug een toename tot 33 ontslagen. Dit schooljaar vielen er al 22 gedwongen ontslagen, blijkt uit cijfers tot 17 april.

De meeste ontslagen vielen in het secundair (71) en basisonderwijs (45), gevolgd door hogescholen en deeltijds kunstonderwijs (8), CVO’s (6), CLB’s en internaten (elk 2). Wat de netten betreft, scoort het vrij gesubsidieerd onderwijs (80) het hoogst gevolgd door gemeenschapsonderwijs (35) en het officieel gesubsidieerd onderwijs (22). Bij dit laatste net gaat het om 19 gemeenten, 3 provincies en autonome hogescholen en 1 intercommunale als inrichtende macht.

Crevits herhaalt in haar antwoord dat deze regering de vaste benoeming in het onderwijs niet in vraag stelt. “In de startnota voor de onderhandelingen in het kader van het loopbaanpact is opgenomen dat de basisprincipes van de rechtspositie zoals de vaste benoeming niet in vraag worden gesteld. Binnen dit debat is de vaste benoeming dan ook geen gespreksonderwerp”, aldus de minister.

Bron: Sinds 2011 kregen in het Vlaamse onderwijs 142 vastbenoemden hun C4

Autistische leerlingen kunnen vanaf 1 september één dag per week thuisblijven.

Jongeren met een autismespectrumstoornis die een attest van een arts voorleggen, kunnen vanaf 1 september gebruikmaken van een regeling die toestaat dat ze één dag per week thuisblijven van school. Op die manier vergroten ze hun slaagkansen in het onderwijs.

Het gaat om kinderen die in het gewone onderwijs schoollopen, maar voor wie vijf dagen per week les volgen te veel van het goede is. Ze krijgen er te veel prikkels en dat leidt er vaak toe dat ze het schooljaar moeten overdoen of naar het buitengewoon onderwijs worden verwezen.

Experiment in Lier

Het idee om die jongeren een dag per week thuis te laten studeren – ze krijgen daarbij beperkte begeleiding van leerkrachten – komt van directeur Tim De Volder van het Huis van Ben, een project van het Nationaal Autismefonds en een tehuis voor jongeren met ASS in Hoogstraten. “Uit onze ervaring in het Huis van Ben leiden we af dat je met autistische kinderen best op maat werkt”, zegt De Volder. “In het gewone onderwijs zagen we regelmatig kinderen uitvallen, terwijl ze beslist niet dom waren. Maar op sociaal vlak lukte het niet. Ze blijven ziek thuis of krijgen problemen op school. Tot we merkten dat een dagje ‘rust’ ze goed deed. Daarop deden we, in overleg met de ouders en het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), een experiment met zo’n leerlinge, die we vier dagen op vijf lieten schoollopen in het Sint-Gummaruscollege in Lier. Met succes.”

Attest nodig

De huidige wetgeving biedt de mogelijkheid om zulke kinderen een dag per week thuis te laten studeren door ze als ‘chronisch zieken’ te beschouwen. Dat zijn autisten natuurlijk niet, maar door ze onder die paraplu onder te brengen, kan snel geschakeld worden.

Veel kinderen met ASS slagen er wél in slagen hun schoolopleiding met vijf dagen in de week af te maken. Wie van de regeling wil genieten moet dan ook een attest van een gespecialiseerde arts kunnen voorleggen dat ASS bevestigt. Vervolgens wordt het parcours van de leerling(e) uitgestippeld in overleg met de ouders, het CLB, de arts, de school en natuurlijk de leerling(e) zelf.”

 

Een leraar (58) van het Heilig Graf in Turnhout is veroordeeld tot dertig maanden cel met uitstel omdat hij in 2001 een relatie begon met een minderjarige leerlinge (15).

Het openbaar ministerie had drie jaar cel gevorderd.

Bron: Leraar (58) krijgt straf met uitstel voor relatie met leerli… – Gazet van Antwerpen Mobile

Vlaamse en Brusselse scholen hebben in twee jaar tijd 40 procent meer leerlingen buitengezet. Een gevolg van het toenemend aantal jongeren met gedragsproblemen, maar ook van ongeduldige scholen. “Geef die jongeren vooral aandacht.”

Als leerlingen het te bont maken, rest hun school soms nog maar één oplossing: ze buitengooien. “Geen enkele school doet het graag, maar het kan soms niet anders”, zegt Inge Van Trimpont, voorzitter van ISC, de CLB-overlegcel van de verschillende onderwijsnetten. “In de meeste gevallen hebben de leerlingen een grens overschreden door bijvoorbeeld agressief te zijn of diefstallen te plegen.”

Vorig schooljaar werden in Vlaanderen en Brussel 2.387 leerlingen definitief uitgesloten. Dat zijn er 17 procent meer dan het jaar voordien en 40 procent meer dan twee jaar eerder. Opmerkelijk is dat acht op de tien jongens zijn. “Dat is altijd al zo geweest. Zij hebben ook meer gedragsproblemen en worden misschien iets makkelijker schoolmoe”, zegt Van Trimpont. “Maar we moeten jongeren de kans geven te groeien en uit hun fouten te leren. Loslaten mogen we in geen geval.”

Voelsprieten

Het groeiende probleem is volgens het CLB vooral te wijten aan de toename van probleemjongeren. Volgens onderwijsprofessor Martin ­Valcke van de UGent hebben de directies toch te weinig geduld. “Schoolreglementen worden steeds strikter geïnterpreteerd. Je mag zoveel keer iets verkeerd doen, daarna vlieg je buiten. Verzachtende omstandigheden tellen nauwelijks nog mee.”

Valcke wijst er ook op dat dezelfde leerlingen soms jaar na jaar in de ­statistieken voorkomen, telkens door een andere school buitengezet.

Bron: Scholen gooien meer leerlingen buiten | Onderwijs | De Morgen

Het ontslag van Chris Pijpen, directeur van het Brusselse stedelijke Instituut Anneessens-Funck (IAF), is ongedaan gemaakt door de beroepskamer. Dat vernam De Standaard en werd bevestigd door de advocaten van beide partijen. Het ontslag werd teruggebracht naar een maand schorsing, de op één na lichtste straf. De directeur van de Brusselse school werd aangewreven dat hij te laat had gereageerd op de radicalisering van Bilal Hadfi, die zichzelf opblies in Parijs.

et ontslag van Chris Pijpen, die directeur was van het Brusselse stedelijke Instituut Anneessens-Funck (IAF), is ongedaan gemaakt door de beroepskamer. Dat vernam De Standaard en werd bevestigd door de advocaten van beide partijen. Het ontslag werd teruggebracht naar een maand schorsing, de op één na lichtste straf.

De zaak ging aan het rollen nadat Bilal Hadfi, een leerling van de school, zichzelf had opgeblazen bij de aanslagen in Parijs van november 2015. Pijpen werd aangewreven dat hij dit geval van radicalisering niet tijdig had gesignaleerd – wat hij steeds heeft ontkend.
Ook contacten met de media over het dossier werden hem zwaar aangerekend. ‘Terwijl mijn cliënt nooit zelf naar de pers gestapt is’, zegt Christophe Vangeel, de advocaat van Pijpen. ‘Als er al mensen de media contacteerden, is dat buiten zijn wil gebeurd. Uit het dossier kan ik alleen concluderen dat hij altijd gedaan heeft wat moest.’

Over de verdere motivering van de beroepskamer kunnen de betrokkenen niets zeggen, omdat de uitspraak nog officieel moet worden bekendgemaakt. ‘We stellen vast dat de man toch een straf opgelegd krijgt, zij het niet degene die de stad wilde,’ zegt Stijn Butenaerts, de advocaat van de stad Brussel. ‘Als we de motivering kennen, kunnen we nog juridische stappen overwegen.’

Al nieuwe job in Jette

De gemeenteraad van Brussel heeft in december vorig jaar beslist Pijpen te ontslaan. Eerder had de stad de directeur preventief geschorst en een blaam gegeven in een andere tuchtprocedure. Er werd ook een klacht tegen hem ingediend wegens laster. Daar is niets meer van vernomen.

De vernietiging van het ontslag betekent niet dat Chris Pijpen maandag weer door de schoolpoort van het IAF zal stappen. Vangeel: ‘Hij vond een baan als directeur van een andere school, het KTA in Jette, en  zal daar wellicht blijven. Mijn cliënt ervaart dit niet als een zoete wraak. Hij is vooral opgelucht dat deze zaak ten einde is. Hij heeft er onder geleden dat hij als zondebok werd opgevoerd, terwijl hij zich door zijn spreekverbod niet kon verdedigen.’

 

Bron: Ontslag van directeur school Bilal Hadfi teruggedraaid – De Standaard

https://www.canvas.be/video/de-studentenadvocaat

 

Steeds vaker vechten universiteitsstudenten hun examenuitslag aan. Zijn de studenten van tegenwoordig zekerder van hun stuk? Of vragen ze juist te gemakkelijk een juridische rugsteun?

De ideale wereld zoekt het uit ! 🙂

 

Type 9 in het buitengewoon onderwijs werd twee jaar geleden opgericht voor kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS). Vorig jaar volgden ruim 1.800 leerlingen daar les, nu bijna 3.000. Uit een nieuwe telling blijkt ook dat alsmaar meer leerlingen met een beperking les volgen in het gewoon onderwijs sinds de invoering van het M-decreet.

Bron: Meer kinderen vinden hun weg in type 9-onderwijs

Meer en meer kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) vinden hun weg naar type 9 van het buitengewoon onderwijs. Vorig jaar volgden ruim 1.800 leerlingen daar les, nu bijna 3.000. Type 9-onderwijs werd twee jaar geleden opgericht, speciaal voor kinderen met ASS. Uit een nieuwe telling blijkt ook dat alsmaar meer leerlingen met een beperking les volgen in het gewoon onderwijs sinds de invoering van het M-decreet.

Sinds het schooljaar 2015-2016 kunnen kinderen met een autismespectrumstoornis en een normale begaafdheid (totaal IQ >60) terecht in het zogenoemde type 9-onderwijs. Voordien zaten ze verspreid over andere onderwijstypes in het buitengewoon onderwijs. Type 9-onderwijs wil tegemoetkomen aan de bijzondere omkadering voor leerlingen met ASS.

Op 1 februari 2016 volgen 1.861 leerlingen in de kleuter- en lagere school les in type 9, op 1 februari van dit jaar waren dat er 2.930. Sommige kinderen in type 9 komen uit andere richtingen in het buitengewoon onderwijs. Er zijn ook heel wat normaal begaafde kinderen met ASS die de overstap maken vanuit het reguliere onderwijs.

Er was duidelijk nood aan een aparte richting, zegt minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). “We zien dat dit type onderwijs echt heel goed is voor sommige groepen kinderen, kinderen die soms 10, 15 scholen geprobeerd hebben, kunnen daar beter onderwijs krijgen.”

Hoe een school zich organiseert binnen het type 9 kan verschillen. Er kan bijvoorbeeld een speciale “autiklas” zijn, de school kan een geïntegreerde autiwerking aanbieden, of men kan het accent leggen op het ondersteunen van gewone scholen.

(meer informatie op over type 9-onderwijs onder meer via www.particpatie-autisme.be en www.autismevlaanderen.be)

Meer leerlingen met een beperking in het gewoon onderwijs

Uit de onderwijscijfers blijkt ook dat alsmaar meer leerlingen met een beperking les volgen in het gewoon onderwijs sinds de invoering van het M-decreet. Het aantal kinderen in het buitengewoon basisonderwijs is dit schooljaar met een kleine 1.000 gedaald, in vergelijking met het schooljaar ervoor. Er volgen daar nu ruim 26.600 leerlingen les. In het buitengewoon secundair onderwijs zijn er nu ruim 200 leerlingen minder, daar zijn nu zo’n 20.000 leerlingen.

“De invoering van het M-decreet leidt er inderdaad toe dat meer kinderen les volgen in het regulier onderwijs”, zegt minister Crevits. “Maar het is een evolutie, geen revolutie. Dat is ook echt nodig. Kinderen die in het gewone onderwijs les volgen, moeten ook voldoende ondersteund worden. Daarom werken we aan nieuwe ondersteuningsmodellen voor leerkrachten en leerlingen.”

Leerlingen in het buitengewoon basisonderwijs

1 februari 2015 1 februari 2016 1 februari 2017
Type 1 7.814 5.706 3.893
Type 2 5.096 4.848 4.638
Type 3 2.640 2.153 1.939
Type 4 1.702 1.528 1.403
Type 6 139 130 127
Type 7 1.656 1.533 1.449
Type 8 10.436 7.604 5.366
Type 9 1.861 2.930
Type BA 2.199 4.862
29.483 27.562 26.607

 

Leerlingen in het buitengewoon secundair onderwijs

1 februari 2015 1 februari 2016 1 februari 2017
Type 1
8.906 6.901 4.947
Type 2 5.644 5.563 5.516
Type 3
2.594 2.246 2.009
Type 4
2.215 1.950 1.748
Type 6
249 259 253
Type 7
1.053 827 654
Type 9
1.093 2.142
Type BA
1.495 2.858
20.661 20.334
20.127

 

Antwerpse academici pleiten voor gestandaardiseerde toetsen in Vlaanderen, net zoals dat in onze buurlanden gebeurt. Vlaams minister van Onderwijs Hilde…

Bron: “Alle leerlingen moeten hetzelfde examen krijgen” | Onderwijs | De Morgen

In onze buurlanden is het gebruik van gestandaardiseerde toetsen ingeburgerd. Alle kinderen krijgen om de zoveel jaar dezelfde vragen voorgeschoteld om te bepalen hoe goed ze zijn in bijvoorbeeld Nederlands of rekenen. Dat schetst dan ook een beeld van de kwaliteit van de leraar en de school. In Vlaanderen gebeurt dat veel minder.

“Gestandaardiseerde toetsen zijn een goed idee als ze goed toegepast worden”, concludeert een groep academici van de UAntwerpen. Ze deden een studie in opdracht van het Departement Onderwijs. “Momenteel ligt de evaluatie van leerlingen bijna volledig in handen van de leraar. Dat aanvullen met een zuiver objectieve beoordeling biedt heel wat voordelen”, zegt professor Onderwijskunde Jan Vanhoof.

Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) wil vanaf eind volgend schooljaar dat elke lagere school zo’n gevalideerde toets over minstens twee vakken afneemt in het zesde studiejaar.

Onderwijsrecht, betwisting van examenresultaten

Het onderwijs is de afgelopen jaren sterk gejuridiseerd. Dankzij nieuwe regelgeving is de rechtsbescherming van de studenten flink toegenomen.

Voor secundaire scholen is er een interne beroepscommissie. Leerlingen kunnen een negatieve evaluatiebeslissing of slecht rapport nu aanvechten bij een commissie waarin zowel interne leden van het schoolbestuur, als externe leden zetelen. Tegen beslissingen van deze commissie staat beroep open bij de Raad van State.

De hogescholen en universiteiten moeten al geruime tijd een interne beroepsmogelijkheid organiseren voor studenten die niet tevreden zijn met een genomen studievoortgangsbeslissing, zoals bijvoorbeeld examenbeslissingen, examentuchtbeslissingen, beslissingen over het toekennen van vrijstellingen, beslissingen over leerkrediet, … Eerst kan de student beroep instellen bij de onderwijsinstelling zelf, nadien eventueel bij de onafhankelijke Raad voor Betwistingen inzake Studievoortgangsbeslissingen.

Onderwijsadvocaat heeft een ruime en jarenlange expertise opgebouwd in deze materie.

TUCHT voor leerling

Als leerling zijn er verschillende tuchtmaatregelen waaraan je kan onderworpen worden. Van een gewone schorsing tot een definitieve uitsluiting. Het is belangrijk dat de school hierbij de procedure naleeft en jij of jouw ouders gepast en snel reageren om de beslissing te betwisten. Wij bekijken het probleem vanuit alle kanten en adviseren je zo objectief mogelijk over de verdere stappen.

TUCHT voor student

Ook als student aan een hogeschool of universiteit kan je het voorwerp uitmaken van een tuchtmaatregel. Steeds meer en meer komen er zaken van plagiaat of fraude voor bijvoorbeeld. De instelling kan een heel scala van maatregelen nemen. Bijvoorbeeld:

  • de verwittiging of vermaning
  • de ontzegging van het recht om aanwezig te zijn bij officiële onderwijscontactmomenten;
  • de voorlopige schorsing en/of tijdelijke wegzending;
  • de weigering, bij wijze van tuchtmaatregel, van de toestemming om zich te laten inschrijven;
  • de definitieve uitsluiting of het consilium abeundi.
  • een aangepast examencijfer op het examen of werkstuk waarbij het betrokken opleidingsonderdeel werd geëvalueerd.

Het is belangrijk om ook hier de juiste stappen te zetten teneinde al te strenge of onredelijke maatregelen aan te vechten en uw schoolcarrière niet te fnuiken..

College van Beroep

Een personeelslid dat onder het toepassingsgebied van de decreten rechtspositie valt en dat een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ krijgt, kan bij de bevoegde Kamer van het College van Beroep beroep instellen. Op straffe van verval moet dat beroep binnen een termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met de eindconclusie ‘onvoldoende’ ingediend worden. Deze termijn wordt opgeschort tijdens een vakantieperiode voor de duur van de betrokken vakantie.

Het beroep moet op straffe van nietigheid gemotiveerd zijn. Juridische bijstand is dus cruciaal.
Het beroep schort de evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ op.

De bevoegde Kamer van het College van Beroep doet in een met redenen omklede beslissing uitspraak over de evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ door enerzijds na te gaan of de evaluatie zorgvuldig en kwaliteitsvol is gebeurd, anderzijds moet zij de redelijkheid van de sanctie beoordelen.

Het College heeft de volgende bevoegdheden:

  • nagaan of de procedureregels op het niveau van de instelling of het centrum zijn nageleefd
  • nagaan of de evaluatie is gebeurd volgens de regels en in de geest van de functiebeschrijvingen en evaluatie
  • oordelen of de beslissing over een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ steunt op motieven die de toekenning van een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ in rechte en in feite aanvaardbaar maken
  • oordelen of er een redelijke verhouding bestaat tussen de feiten en de uiteindelijke beslissing tot het geven van een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’.

De Kamer neemt een gemotiveerde beslissing en kan de beslissing over een evaluatie met eindconclusie ‘onvoldoende’ vernietigen.

De beslissingen van de Kamer voor het gemeenschapsonderwijs en van de Kamer voor het gesubsidieerd officieel onderwijs van het College van Beroep kunnen met een schorsingsvordering en/of annulatieberoep bij de Raad van State bestreden worden.

Voor de beslissingen van de Kamer voor het gesubsidieerd vrij onderwijs van het College van Beroep zijn de arbeidsrechtbanken bevoegd.

Wanneer een personeelslid zich niet houdt aan de verplichtingen die zijn opgelegd krachtens het decreet Rechtspositie, kan het schoolbestuur de betrokkene tuchtrechtelijk vervolgen, althans als het personeelslid vastbenoemd is, of gereaffecteerd/wedertewerkgesteld, of tijdelijk is aangesteld voor doorlopende duur.

De verplichtingen van de personeelsleden betreffen o.a. het behartigen van de belangen van de leerlingen en de school; het persoonlijk en nauwgezet uitvoeren van de opgedragen taken; het correcte gedrag in de omgang met leerlingen en publiek; het bewaren van het ambtsgeheim, en het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit de specificiteit van het opvoedingsproject. Ook de bepalingen van het Algemeen Reglement en het eigen arbeidsreglement behoren tot deze verplichtingen.

De regelgeving hieromtrent is verspreid terug te vinden in het Decreet rechtspositie personeelsleden, het Reaffectatiebesluit en het Besluit omtrent preventieve schorsing en tucht.

Voor toelichtingen bij de tuchtregeling kan je natuurlijk bij ons terecht. Aangezien de tuchtmaatregelen variëren van een eenvoudige blaam, schorsing, terbeschikkingsstelling, maar ook ontslag, is bijstand van een advocaat cruciaal.

Meer info : Voor de behandeling van beroepen tegen een ontslag om dringende redenen en tegen tuchtmaatregelen voorzien artikel 71 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en artikel 69 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding in de oprichting van Kamers van Beroep voor respectievelijk het personeel van het gemeenschapsonderwijs, het personeel van het gesubsidieerd officieel en het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

Bij een tekortkoming aan hun plichten kunnen vastbenoemde personeelsleden, personeelsleden die tijdelijk aangesteld zijn voor doorlopende duur en vastbenoemde personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die gereaffecteerd of wedertewerkgesteld zijn, een tuchtstraf oplopen. Tegen een opgelegde tuchtstraf kan een personeelslid bij de bevoegde Kamer van Beroep beroep instellen. De Kamer is bevoegd om daarover in laatste aanleg uitspraak te doen. Het beroep moet bij de Kamer ingesteld worden binnen een termijn van twintig kalenderdagen die ingaat de dag volgend op de schriftelijke mededeling van de sanctie door de inrichtende macht.

Het beroep moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, gemotiveerd zijn en moet de naam en het adres van de tuchtoverheid bevatten. Op hetzelfde ogenblik van het indienen van het beroepschrift, stuurt het personeelslid met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs een kopie van het beroepschrift naar zijn tuchtoverheid. Het beroep tegen een tuchtstraf schort de uitwerking van de tuchtstraf op tot de uitspraak van de Kamer van Beroep. De beslissing van de Kamer van Beroep wordt met redenen omkleed. De Kamer kan de tuchtstraf bevestigen, vernietigen of hervormen zonder evenwel de sanctie te verzwaren.

  • voor het gemeenschapsonderwijs: artikelen 60bis en 73 van het decreet en artikelen 33septies en 33decies, §1 van het besluit;
  • voor het gesubsidieerd onderwijs: artikelen 63bis en 72 van het decreet en artikelen 13 en 17 van het besluit.

Als je als student bij het uitreiken van de diploma’s niet geslaagd bent, hoef je niet te wanhopen. Wie niet akkoord gaat met zijn examenresultaten kan in eerste instantie bij de onderwijsinstelling zelf een intern beroep indienen. Belangrijk is wel dat deze eerste stap enorm bepalend is voor het verdere verloop van de procedure : je argumenten dienen allemaal onmiddellijk en correct geformuleerd te worden. Later kan je niets meer bijvoegen. Advies vragen bij het opstellen van het verzoekschrift is dus een must !

De procedure kent immers vele valkuilen, is niet steeds goed gekend en vaak ben je gewoon te laat.

Interne beroepsprocedure

Wanneer je van oordeel bent dat een ongunstige studievoortgangsbeslissing op een onterechte basis is genomen of er fouten zijn gebeurd, heb je eerst toegang tot een interne beroepsprocedure bij je onderwijsinstelling zelf. De na te leven vormvereisten zijn cruciaal en het respecteren van de onderwijs- en examenregeling (afgekort tot OER), is fundamenteel.

Belangrijk om te weten is dat je zéér snel dient te handelen. Wie niet akkoord gaat met een studievoortgangsbeslissing neemt best zo snel mogelijk en zelfs liefst op voorhand contact op met ons, want na de examenperiode en zeker na de proclamatie zijn de deadlines onverbiddelijk.

De onderwijsinstelling zelf dient in principe binnen een bepaalde termijn een beslissing te nemen of minstens binnen deze termijn de datum aangeven wanneer zij dit wel zullen doen. Vaak gebeurt dit niet en is de hogeschool of universiteit te laat. Als de onderwijsinstelling geen beslissing neemt, dien je binnen de juiste termijn je te richten tot de Raad : ook hier is dus degelijke begeleiding nodig : als je te lang wacht is de procedure definitief afgelopen.

Zonder geslaagd te zijn kan je dus alsnog proberen een diploma te behalen. De opbouw van het dossier is natuurlijk bijzondere belangrijk.

Bijstand van een advocaat is veelal onontbeerlijk.

Decreet van 19 maart 2004 betreffende de rechtspositieregeling van de student, de medezeggenschap in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 inzake sommige werkingsregelen betreffende de raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen bevoegd voor het hoger onderwijs

Beroep aantekenen bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Bij de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen (de Raad) kan je in 3 situaties een procedure opstarten:

  • Je bent ingeschreven aan een hogeschool of universiteit en je vindt dat je onterecht een ongunstige studievoortgangsbeslissing hebt gekregen. Je moet wel eerst intern beroep aantekenen bij de onderwijsinstelling zelf.
  • Je buitenlands diploma hoger onderwijs is niet gelijkwaardig verklaard met een Vlaams diploma hoger onderwijs en je bent het daar niet mee eens.
  • Je hebt leerkrediet verloren door een overmachtssituatie.

BEVOEGDHEDEN VAN DE RAAD

De Raad beslist over betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen. Dan gaat het over :

– een examenbeslissing;  elke beslissing die – al dan niet op basis van een deliberatie – een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, diverse opleidingsonderdelen van een opleiding, of een gehele opleiding
– een examentuchtbeslissing; dit is een sanctie die werd opgelegd n.a.v. bepaalde examenfeiten
– het toekennen van een bewijs van bekwaamheid; dit is een attest dat aangeeft dat een student op basis van eerder verworven competenties of kwalificaties, bepaalde competenties verworven heeft
– het toekennen van een vrijstelling; dit is het opheffen van de verplichting om examen af te leggen over een bepaald opleidingsonderdeel (of een deel ervan)
– een beslissing waarbij het volgen van een schakel- en/of voorbereidingsprogramma wordt opgelegd (en waarbij de omvang van dit programma wordt vastgelegd)
– het opleggen van een maatregel van studievoortgangsbewaking
– de weigering van het opnemen van een bepaald opleidingsonderdeel in het diplomacontract waarvoor de student die een geïndividualiseerd traject volgt zich nog niet eerder heeft ingeschreven.
– beslissingen in verband met het leerkrediet die door de hogeschool, de universiteit of de stuurgroep Databank Hoger Onderwijs zijn genomen (zij het dat voorafgaandelijk een verzoek tot rechtzetting bij de instelling of de stuurgroep moet zijn ingediend voor materiële vergissingen of onjuistheden die aan de grondslag van de beslissing liggen)

HOE OORDEELT DE RAAD ?

De Raad zal de aangevochten beslissing toetsen aan : (i) de decretale en reglementaire bepalingen, (ii) het onderwijs- en examenreglement van de betrokken instelling, (iii) de algemene administratieve beginselen en beginselen van behoorlijk bestuur.

De Raad kan op twee manieren beslissen:

  • ofwel wijst de Raad het beroep gemotiveerd af
  • ofwel vernietigt de Raad gemotiveerd de onrechtmatig genomen studievoortgangsbeslissing

In het laatste geval is het belangrijk om te weten dat de Raad niet in de plaats van de instelling kan treden en dus zelf geen nieuwe voortgangsbeslissing kan nemen. Zij kan de instelling enkel verplichten in dat geval een nieuwe studievoortgangsbeslissing te nemen onder de door de Raad gestelde voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen inhouden dat:

  • een nieuwe examen(tucht)beslissing afhankelijk wordt gemaakt van de organisatie van een nieuw examen
  • een nieuwe beslissing die een bewijs van bekwaamheid toekent afhankelijk wordt gemaakt van een nieuw bekwaamheidsonderzoek
  • bepaalde onregelmatige of onredelijke motieven bij de nieuwe beslissing niet meer mogen meespelen
  • bepaalde regelmatige en redelijke motieven bij de nieuwe beslissing moeten mee in overweging genomen worden

WIE KAN EEN BEROEP INDIENEN BIJ DE RAAD EN HOE GEBEURT DIT?

Iedere student van en universiteit of hoge school kan een beroep indienen bij de Raad indien hij/zij een studievoortgangsbeslissing wil aanvechten. Hetzelfde geldt voor personen die een bekwaamheidsonderzoek aanvragen bij een validerende instantie in de schoot van een associatie.

Het verzoekschrift moet op straffe van onontvankelijkheid ondertekend door de student of zijn raadsman aangetekend worden verstuurd naar de Raad, alsook naar het bestuur van de instelling.


HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De procedure verloopt voor het grootste deel elektronisch en doorloopt de volgende stappen:

– het verzoekschrift wordt ingeschreven in een register en een ontvangstbericht wordt verzonden naar de student of zijn advocaat
– de instelling maakt zijn volledige dossier over aan de Raad
– de Raad stelt een dossier samen en geeft partijen de mogelijkheid tot raadpleging ervan
– de Raad maakt aan de partijen een procedurekalender over met termijnen (van minstens 48 uur) waarbinnen zowel de instelling als de student (als repliek) hun argumenten schriftelijk aan de Raad kunnen overmaken, alsook met de vermelding van de dag en het uur waarop de zaak voor de Raad kan worden gepleit
– openbare zitting van de Raad waarop de zaak tegensprekelijk (dus in aanwezigheid van beide partijen) wordt gepleit
– de Raad neemt de zaak in beraad en neemt een beslissing die per e-mail en aangetekend naar de partijen wordt verstuurd.

De beslissingen van de Raad zijn vatbaar voor administratief cassatieberoep bij de Raad van State.

Onderzoekster Maaike Callens van de Universiteit Gent betwist bevindingen in die zin van de Nederlandse hoogleraar Anna Bosman van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

Bron: Meer dyslexie door slecht onderwijs? “Ik denk het niet!”

Onderzoekster Maaike Callens van de Universiteit Gent betwist de bevindingen van enkele Nederlandse collega’s in verband met dyslexie: er zouden meer gevallen worden vastgesteld dan vroeger en dat zou te wijten zijn aan het onderwijs. Volgens Callens, die heeft gedoctoreerd rond studenten met dyslexie in het hoger onderwijs, zijn er meer gevallen van dyslexie omdat de diagnose gewoon veel sneller wordt gesteld.

Volgens dyslexiehoogleraar Anna Bosman van de Radboud Universiteit in Nijmegen krijgen onnodig veel kinderen de diagnose dyslexie en dyscalculie. Volgens haar heeft het veel te maken met het onderwijs zelf. “We vergeten te checken of er wel goed onderwijs is gegeven”, zegt ze aan het Algemeen Dagblad. Uit haar studies blijkt dat met wetenschappelijk onderbouwde methodes kinderen wel nog met sprongen vooruitgaan. “Ik vraag me zelfs af of dyslexie wel bestaat”, zegt Bosman.

“Er bestaan inderdaad mensen die dyslexie zien als een gevolg van slecht onderwijs”, zegt Maaike Callens aan onze redactie. “Maar hoe rijm je dat met het feit dat dyslectische studenten met een perfect normaal IQ slagen in het hoger onderwijs?”

“Een van de criteria is net dat dyslexie pas kan worden vastgesteld in het onderwijs en na individuele begeleiding”, zegt Callens. Daarmee wordt volgens haar de stelling van haar Nederlandse collega’s ontkracht als zouden dyslectische kinderen kunnen worden geholpen door extra individuele begeleiding.

Niet méér dyslexie

“Ik denk overigens niet dat er vandaag meer kinderen met dyslexie zijn dan pakweg 30 jaar geleden”, zegt Callens nog. “Wel is het zo dat de diagnose sneller wordt gesteld en dat ouders sneller aan de alarmbel trekken door een betere begeleiding. Vroeger werd dyslexie minder snel gedetecteerd en werden dergelijke leerlingen beschouwd als minder intelligent en werden ze naar een andere richting gestuurd waar ze wel mee konden.”

“Wat niet betekent dat de diagnose altijd op een correcte manier gebeurt en het klopt dat je daardoor ook wel overdiagnose kan hebben.”

Op vijf jaar tijd werden er in het onderwijs 115 personeelsleden ontslagen of afgezet. Dat blijkt uit het antwoord van Onderwijsminister Hilde Crevits…

Bron: De voorbije vijf jaar 115 vastbenoemden ontslagen in het onderwijs