Vlaanderen was koploper in het aantal leerlingen dat school loopt in het buitengewoon onderwijs, daarom heeft het parlement het M-decreet gestemd.
Dit decreet bepaalt dat maatregelen voor leerlingen, met specifieke onderwijsbehoeften aangeboden moeten worden.
Het principe is dat elke leerling start in het gewoon onderwijs, waar je, indien nodig, redelijke aanpassingen vragen om toch regulier onderwijs te kunnen blijven volgen. De redelijke aanpassingen worden vooraf besproken met zowel de ouders als het CLB.
De desbetreffende aanpassingen kunnen enerzijds bestaan uit langere toetstijden, mondelinge feedback i.p.v. cijfers of een rustmoment in de dag, en anderzijds uit technische hulpmiddelen zoals een aangepaste stoel of een laptop met leessoftware. In het algemeen spreekt men over de sticordi-aanpassingen. Sticordi staat als letterwoord voor stimuleren, compenseren, remediëren, differentiëren en dispenseren. Als de gemaakte aanpassingen niet voldoende zijn, kan het kind naar het buitengewoon onderwijs.
Voorbeeld: Sofie heeft wat leerproblemen. Zo heeft ze het bijvoorbeeld bijzonder moeilijk met talen. Haar cijfers zijn dan ook onvoldoende. Daarom geeft de juf haar, voorafgaand aan een toets, een toetswijzer mee als hulpmiddel. Op die manier kan Sofie zich beter voorbereiden voor een toets en, ondanks haar leerproblemen, toch gewoon deelnemen aan het gewoon onderwijs.
Een kind kan slechts ingeschreven worden in het buitengewoon onderwijs door middel van een verslag van het CLB waarin zij vaststelt dat ondanks de school in het gewoon onderwijs alle mogelijke maatregelen heeft genomen het kind toch naar het buitengewoon onderwijs moet.
Het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (hierna verkort: M-decreet) stelt dat elk kind het recht heeft om zich in te schrijven in een gewone school (ook als men over een verslag beschikt dat toegang geeft tot het buitengewoon onderwijs). Dat is een logisch gevolg van het recht op redelijke aanpassingen.
Ook een leerling die een individueel aangepast curriculum (IAC) volgt (en dus niet het gewone traject), heeft het recht om zich in te schrijven in een gewone school.
De gewone school moet voortaan aantonen dat ze samen met de ouders en het centrum voor leerlingenbegeleiding, CLB, redelijke aanpassingen zoekt. Kinderen met specifieke onderwijsbehoeften hebben daar recht op. De school kan ook onderdelen van het leerprogramma vervangen door iets gelijkwaardigs. Of remediëren, m.a.w. : extra individuele leerhulp bieden.
De inschrijving van de leerling kan pas ontbonden worden na een gesprek tussen school, CLB en ouders over de (on)redelijkheid van aanpassingen. De school moet dergelijke beslissing motiveren.
Het decreet verwijst naar gepaste en redelijke aanpassingen, waaronder het inzetten van remediërende, differentiërende, compenserende of dispenserende maatregelen naargelang de noden van de leerling :
- Remediërende maatregelen: leerlingen individueel helpen
- Differentiërende maatregelen: leerstof en lesaanpak variëren
- Compenserende maatregelen: hulpmiddelen zoals een laptop toelaten
- Dispenserende maatregelen: vrijstellingen van onderdelen van het curriculum toelaten
Het is belangrijk om prioritair en voldoende in te zetten op remediëren en differentiëren en voorzichtig te zijn met te snel te grijpen naar compenseren en dispenseren.
Compenseren en dispenseren kunnen als maatregel op maat van het individu verantwoord worden, indien deze uiteindelijk gericht zijn op het versterken van het leerproces en wanneer ze de inzet en doelmatigheid van remediëren en differentiëren niet ondermijnen.
Enkel wanneer remediëring en differentiatie niet volstaan of niet relevant zijn, wordt in eerste instantie nagegaan of het voor de leerling mogelijk is een alternatieve route naar een gewone certificering te volgen met toepassing van compenserende maatregelen.
Deze leerlingen mogen de compenserende maatregelen (hulpmiddelen) ook gebruiken tijdens de evaluatiemomenten.
Wanneer dispenserende maatregelen genomen moeten worden, is het vervangen van doelen van het gemeenschappelijk curriculum door gelijkwaardige doelen eerst aan de orde.
Het vrijstellen van leerplandoelen is een verregaande maatregel waarmee niet lichtzinnig mag worden omgesprongen.
Vlaanderen heeft zich via het M-decreet geëngageerd om een inclusief onderwijssysteem te realiseren.
Het recht van leerlingen met een handicap op redelijke aanpassingen en een nieuwe visie op handicap vormen twee belangrijke uitgangspunten van het M-decreet. Handicap wordt niet als een persoonlijk probleem (= medisch defect-denken) gezien, maar als een afstemmingsprobleem tussen de klas- en schoolcontext en de specifieke onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de jongere (= sociaal model).
Men kan dus eenvoudigweg leerlingen niet zomaar zijn redelijke aanpassingen ontzeggen.
Tegen problemen met het verslag van het CLB of de weigering van de school om uw kind in te schrijven alsook de weigering om redelijke aanpassingen te nemen, kan worden opgetreden.
U doet hiervoor best beroep op een raadsman en wacht niet te lang gelet op bepaalde termijnen die lopen.