Tucht voor leerkrachten en directies (onderwijspersoneel) – Kamer van Beroep.
Wanneer een personeelslid zich niet houdt aan de verplichtingen die zijn opgelegd krachtens het decreet Rechtspositie, kan het schoolbestuur de betrokkene tuchtrechtelijk vervolgen, althans als het personeelslid vastbenoemd is, of gereaffecteerd/wedertewerkgesteld, of tijdelijk is aangesteld voor doorlopende duur.
De verplichtingen van de personeelsleden betreffen o.a. het behartigen van de belangen van de leerlingen en de school; het persoonlijk en nauwgezet uitvoeren van de opgedragen taken; het correcte gedrag in de omgang met leerlingen en publiek; het bewaren van het ambtsgeheim, en het naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit de specificiteit van het opvoedingsproject. Ook de bepalingen van het Algemeen Reglement en het eigen arbeidsreglement behoren tot deze verplichtingen.
De regelgeving hieromtrent is verspreid terug te vinden in het Decreet rechtspositie personeelsleden, het Reaffectatiebesluit en het Besluit omtrent preventieve schorsing en tucht.
Voor toelichtingen bij de tuchtregeling kan je natuurlijk bij ons terecht. Aangezien de tuchtmaatregelen variëren van een eenvoudige blaam, schorsing, terbeschikkingsstelling, maar ook ontslag, is bijstand van een advocaat cruciaal.
Meer info : Voor de behandeling van beroepen tegen een ontslag om dringende redenen en tegen tuchtmaatregelen voorzien artikel 71 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs en artikel 69 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding in de oprichting van Kamers van Beroep voor respectievelijk het personeel van het gemeenschapsonderwijs, het personeel van het gesubsidieerd officieel en het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs.
Bij een tekortkoming aan hun plichten kunnen vastbenoemde personeelsleden, personeelsleden die tijdelijk aangesteld zijn voor doorlopende duur en vastbenoemde personeelsleden die ter beschikking gesteld zijn wegens ontstentenis van betrekking en die gereaffecteerd of wedertewerkgesteld zijn, een tuchtstraf oplopen. Tegen een opgelegde tuchtstraf kan een personeelslid bij de bevoegde Kamer van Beroep beroep instellen. De Kamer is bevoegd om daarover in laatste aanleg uitspraak te doen. Het beroep moet bij de Kamer ingesteld worden binnen een termijn van twintig kalenderdagen die ingaat de dag volgend op de schriftelijke mededeling van de sanctie door de inrichtende macht.
Het beroep moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, gemotiveerd zijn en moet de naam en het adres van de tuchtoverheid bevatten. Op hetzelfde ogenblik van het indienen van het beroepschrift, stuurt het personeelslid met een aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs een kopie van het beroepschrift naar zijn tuchtoverheid. Het beroep tegen een tuchtstraf schort de uitwerking van de tuchtstraf op tot de uitspraak van de Kamer van Beroep. De beslissing van de Kamer van Beroep wordt met redenen omkleed. De Kamer kan de tuchtstraf bevestigen, vernietigen of hervormen zonder evenwel de sanctie te verzwaren.
- voor het gemeenschapsonderwijs: artikelen 60bis en 73 van het decreet en artikelen 33septies en 33decies, §1 van het besluit;
- voor het gesubsidieerd onderwijs: artikelen 63bis en 72 van het decreet en artikelen 13 en 17 van het besluit.
Leave a Reply
Want to join the discussion?Feel free to contribute!